AI-regulering: federale versus staatsconfrontatie wordt heviger

Het debat over de regulering van kunstmatige intelligentie heeft een kritiek punt bereikt, waarbij een strijd met hoge inzet zich afspeelt tussen federale en deelstaatautoriteiten. Nu Washington steeds dichter bij het vaststellen van nationale normen komt, gaat het kernconflict niet over de technologie zelf, maar over wie* het bestuur ervan zal dicteren.

Staten leiden terwijl federale actie achterblijft

Bij gebrek aan robuuste federale AI-veiligheidsnormen zijn staten in de leemte van de regelgeving gestapt en hebben ze tientallen wetsvoorstellen geïntroduceerd die bedoeld zijn om inwoners te beschermen tegen AI-gerelateerde schade. Bekende voorbeelden zijn onder meer de SB-53 van Californië en de Responsible AI Governance Act van Texas, die opzettelijk misbruik van AI-systemen verbiedt. Deze actie op staatsniveau weerspiegelt een groeiende urgentie om AI-risico’s aan te pakken voordat deze escaleren.

De technologie-industrie is echter sterk gekant tegen deze gedecentraliseerde aanpak, met het argument dat er een onwerkbare lappendeken ontstaat die innovatie in de weg staat. Door de industrie gesteunde groepen beweren dat een gefragmenteerd regelgevingslandschap de concurrentiekracht zal belemmeren, vooral in de race tegen China. Dit argument wordt herhaald door sommigen binnen het Witte Huis die voorstander zijn van óf een uniforme nationale norm óf helemaal geen regelgeving.

Federale voorkoopinspanningen winnen aan kracht

Achter de schermen dringen machtige krachten actief aan op federaal voorrecht, waardoor staten effectief worden ontdaan van hun bevoegdheid om AI te reguleren. Wetgevers in het Huis van Afgevaardigden overwegen naar verluidt taal in de National Defense Authorization Act (NDAA) om staats-AI-wetten te blokkeren. Tegelijkertijd blijkt uit een uitgelekt ontwerp van een uitvoerend bevel (EO) van het Witte Huis dat er sprake is van krachtige steun voor doorslaggevende staatsinspanningen.

De voorgestelde EO zou een ‘AI Litigation Task Force’ oprichten om staatswetten voor de rechtbank aan te vechten, agentschappen opdracht geven om staatsregels te evalueren die als ‘belastend’ worden beschouwd, en de Federal Communications Commission (FCC) en Federal Trade Commission (FTC) in de richting van nationale normen te duwen. Cruciaal is dat de EO David Sacks – Trumps AI en Crypto Czar – in een co-leidende rol zou plaatsen, waardoor hij aanzienlijke invloed zou krijgen op het AI-beleid.

Financiering door de industrie wakkert het verzet aan tegen staatsregulering

Pro-AI super PAC’s, gesteund door grote technologie-investeerders als Andreessen Horowitz en OpenAI-president Greg Brockman, hebben honderden miljoenen in lokale en staatsverkiezingen gestoken om zich te verzetten tegen kandidaten die AI-regulering steunen. Leading the Future, zo’n PAC, heeft meer dan 100 miljoen dollar opgehaald en een campagne van 10 miljoen dollar gelanceerd om het Congres onder druk te zetten om een ​​nationaal AI-beleid te creëren dat vooruitloopt op staatswetten.

Voorstanders uit de sector betogen dat bestaande wetten, zoals de wetten die fraude of productaansprakelijkheid aanpakken, voldoende zijn om de schade van AI aan te pakken. Dit standpunt pleit voor een reactieve aanpak: laat bedrijven snel innoveren en problemen voor de rechtbank aanpakken zodra deze zich voordoen. Critici beweren echter dat deze aanpak consumenten kwetsbaar maakt voor ongecontroleerde risico’s.

De staats-federale dynamiek: een noodzakelijke spanning?

Ondanks pogingen om de staatsregulering te blokkeren, hebben wetgevers en procureurs-generaal zich teruggetrokken, met het argument dat staten dienen als vitale ‘laboratoria van de democratie’ die in staat zijn nieuwe digitale uitdagingen sneller aan te pakken dan de federale overheid. Tot nu toe hebben 38 staten meer dan 100 AI-gerelateerde wetten aangenomen, die zich voornamelijk richten op deepfakes, transparantie en het gebruik van AI door de overheid.

Vertegenwoordiger Ted Lieu (D-CA) is bezig met het opstellen van een alomvattend federaal AI-wetsvoorstel over fraudesancties, bescherming tegen deepfake, bescherming tegen klokkenluiders en verplichte tests voor grote taalmodellen. Hoewel hij erkent dat het wetsvoorstel misschien niet zo streng is als sommige voorstellen, gelooft hij dat de kans groter is dat het in een verdeeld Congres wordt aangenomen.

De impasse tussen federale en deelstaatautoriteiten onderstreept een fundamentele vraag: Hoe brengen we innovatie in evenwicht met veiligheid en verantwoordelijkheid in het tijdperk van AI? De komende maanden zullen bepalen of staten hun regelgevende autonomie behouden of dat er een verregaande federale voorrang zal plaatsvinden. De uitkomst zal niet alleen de toekomst van AI-bestuur vormgeven, maar ook de bredere relatie tussen federale en staatsmachten in het digitale tijdperk.